Via API’s communiceren systemen met elkaar
Een Application Programming Interface maakt de interface tussen systemen mogelijk. De tool zorgt ervoor dat verzoeken van de ene applicatie efficiënt worden gecommuniceerd naar de ander. De verzoekende applicatie krijgt dan weer toegang tot informatie of functionaliteit van de andere. Voordeel van een API-verbinding tegenover een echte integratie is dat er geen informatie wordt uitgewisseld over de werking (coding) van beide systemen.
Een voorbeeld van een API-koppeling is de POS-oplossing van een reseller, die via een API gekoppeld is aan het ERP-systeem van een groothandel. Het POS-systeem kan zo informatie ophalen over wanneer de groothandel een bepaald artikel zou kunnen leveren als het voor een klant besteld wordt. Omdat een API geen echte integratie is, kan de reseller echter geen rechtstreekse veranderingen uitvoeren in het ERP-systeem, en niet achterhalen hoe het ERP geprogrammeerd is
Onderstaand filmpje (Engels) legt op een erg toegankelijke manier uit hoe API’s de communicatie tussen applicaties verzorgen:
Wie ontwikkelt API’s?
API’s worden voor veel doeleinden ontwikkeld. Naast het linken en koppelen van verschillende bedrijfssoftware zijn het vooral meer commerciële motieven die de aanzet geven tot het ontwikkelen van API’s. Voor een bedrijf met een webwinkel is het bijvoorbeeld interessant om een API uit te werken en deze openbaar aan te bieden. Externe partijen krijgen dan (gratis) toegang tot productinformatie rechtstreeks van de server. Zo kunnen deze externe partijen op hun eigen website bijvoorbeeld ook de producten adverteren met de meest actuele productinformatie. API’s worden dus steeds ontwikkeld vanuit het systeem dat de informatie doorgeeft of de functionaliteit aanbiedt, en worden opengesteld voor het systeem dat ervan gebruik wil maken. Dit kan gratis of tegen betaling gebeuren.