Wat is een MES?
Een Manufacturing Execution System (MES) is software die zorgt voor de optimalisatie van de activiteit op de productievloer. De bedoeling is dat het systeem de productiekosten drukt, en tijdsbesparing oplevert. Om dit doel te behalen, worden alle mogelijke data omtrent productie geanalyseerd. Hierop wordt de productieplanning vervolgens afgestemd.
Concreet zorgt een MES voor onderstaande elementen uit de productieplanning:
- De prioriteit van werkorders
- Het tijdstip waarop machines in- en uitgeschakeld moeten zijn
- Het tijdige onderhoud en revisie van machines
- De meest optimale werkstromen
- De meest optimale materialen om te gebruiken
- De continue bijstelling van parameters voor kwaliteitsbeheer , en het verzekeren dat de instructies gelezen en gevolgd worden
- De toekenning van individuele werktaken
- De herprogrammering machines
- De ideale werkmomenten voor bepaalde ploegen
- De plaatsing van ploegen op de plek waar ze de meeste waarde bieden
Let op! MES-software bestaat zowel als losstaand pakket, als in de vorm van een module binnen het ERP. Veel bedrijven kiezen voor een oplossing geïntegreerd in het ERP, omdat dit meer garantie biedt op een goede wisselwerking tussen beide systemen. In de ERP Wijzer vinden bedrijven een vergelijking tussen verschillende ERP-systemen.
Een MES wordt dus vooral gebruikt voor de verhoging van het rendement van machines (Overall Equipment Effectiveness, OEE), maar het systeem wordt ook (indirect) ingezet voor de meest effectieve werkplanning van ploegen, en vormt daarmee een goede basis voor de toepassing van verschillende strategieën voor de productie-optimalisatie, zoals Lean Manufacturing .
Wat heeft een MES te maken met ISA 95?
Een MES staat nooit op zichzelf. Het is de drijfveer achter de productieplanning, en moet dus interageren met heel wat andere software. Integraties gebeuren vooral met systemen voor supply chain management, software voor verkoop en dienstverlening (CRM) , of ERP-pakketten voor de handel en productie. MES koppelt daarnaast gemaakte bedrijfsbeslissingen aan het operationele gedeelte van het bedrijf, als een soort van tussenschakel. Deze tussenpositie van het MES wordt duidelijk weergegeven aan de hand van ISA 95. Dit model, opgesteld door de International Society of Automation, is een standaard die bedrijven kunnen gebruiken om al de verschillende systemen voor de productie efficiënt in te zetten, te structureren en te integreren.
Binnen ISA 95 krijgt elk niveau input van het vorige niveau. Op het eerste niveau worden vooral data verzameld uit machines. Deze data zijn een waardevolle bron, en dragen bij aan de realisatie van de industrie 4.0. Een sensor kan bijvoorbeeld oververhitting of een afname van de ventilatie detecteren, nog voordat het probleem escaleert en de machine onbruikbaar wordt. Er wordt ook voor automatisering van de productieprocessen gezorgd. Dit doet de Programmable Logic Controller, beter bekend onder de afkorting PLC. Dit systeem zorgt niet alleen voor de detectie van afwijkingen, maar lost ze ook zelf op. Zo kunnen er bij oververhitting meteen koelelementen worden ingezet.
Op het tweede niveau van ISA 95 bevinden zich SCADA-systemen (Supervisory Control And Data Acquisition). Een SCADA-systeem verkrijgt data van het onderliggende niveau en verwerkt deze door middel van Business Intelligence (BI) tot rapportages over de werking van de productie-eenheden. Om de data correct te kunnen omzetten naar leesbare rapportages, wordt er binnen dit niveau ook gebruik gemaakt van systemen voor HMI (Human-Machine Interface). Deze systemen ‘vertalen’ ingewikkelde data en variabelen over de productieprocessen naar verwerkbare en nuttige informatie die in het SCADA-systeem kunnen worden geraadpleegd.
Wist je dat? De Manufacturing Enterprise Solutions Association (MESA) heeft in 1997 bepaald wat MES precies inhoudt. Dit werd vastgelegd in het model MESA-11, waarin de 11 basisfunctionaliteiten van een MES beschreven staan. Op basis van deze 11 functionaliteiten zijn zowel het MESA-model als de verschillende MES op de markt steeds verder ontwikkeld.
Op het derde niveau van ISA 95 bevinden zich de systemen die de activiteit op de productievloer controleren, zoals een MES. Vanaf dit niveau worden ook daadwerkelijke beslissingen over de productie genomen. De systemen op niveau 3 baseren zich voor deze beslissingen op real-time data en historische gegevens van voorgaande situaties, aangereikt door de onderliggende niveaus.
Ten slotte gaan alle data van de eerste drie niveaus naar het vierde niveau, waar zich het ERP-systeem bevindt. Vanuit dit systeem kunnen bedrijfsbeslissingen gemaakt worden, zoals het aanpassen van productiewijzen of het opkrikken van de voorraad . Deze veranderingen worden doorgezet naar de onderliggende niveaus, en het hele proces van data doorgeven begint opnieuw. Idealiter verloopt de hele synchronisatie steeds in real-time.
Waarin verschilt een MES van een MOM?
Op niveau drie van het model ISA 95 wordt, naast het MES, ook het systeem voor MOM (Manufacturing Operations Management) geplaatst. Deze systemen lijken op elkaar, maar doen toch niet helemaal hetzelfde. MOM focust op het beheer en de uitvoering van acties op de productievloer, terwijl MES de meer analytische kant voor zijn rekening neemt. MES gebruikt de data van onderliggende niveaus voor het drukken van de kosten, het verhogen van de productiecapaciteit en het garanderen van de traceerbaarheid en kwaliteit van producten.