Definitie van Critical Success Factors
De term Critical Success Factors (CSF’s), of kritische succesfactoren, werd voor het eerst genoemd door de zakenman D. Ronald Daniel in 1961. De eerste echte definitie kwam er echter pas meer dan 15 jaar later, en werd opgesteld door de expert in bedrijfsorganisatie Jack F. Rockart.
“[Critical Success Factors] are the limited number of areas in which results, if they are satisfactory, will ensure successful competitive performance of the organizations. They are the few key areas where things must go right for the business to flourish. If results in these areas are not adequate, the organization’s efforts for the period will be less than desired.” (Rockart, 1979)
Voor een leidinggevende is het belangrijk om minutieus onderzoek te doen naar de belangrijkste factoren die invloed hebben op het al dan niet halen van de bedrijfsdoelstellingen. Deze essentiële factoren zijn de CSF’s. Enkele van de meest voorkomende critical success factors zijn de prijs van producten of diensten, de marketingstrategieën en de voorraadbewaking. Deze factoren komen bij veel bedrijven terug, maar andere CSF’s zullen verschillen naargelang de sector, bedrijfssituatie en de tijdspanne waarbinnen geëvalueerd moet worden.
Critical succes factors worden vooral gemeten aan de hand van Business Intelligence (BI) . De benodigde informatie wordt hiermee uit de bedrijfssoftware, meestal een ERP-systeem, gehaald en in overzichtelijke dashboard of rapportages gegoten. Op dezelfde manier worden ook de Key Performance Indicators (KPI) inzichtelijk gemaakt. De KPI’s kunnen gezien worden als waar CSF’s en technologische maatstaven elkaar overlappen. Bovendien passen deze twee concepten ook in een breder kader van Corporate Performance Management (CPM) . Vanuit het bedrijfsbeleid komen doelstellingen, van waaruit dan weer CSF’s worden opgesteld (top-down). Met behulp van technologie (bedrijfsapplicaties), worden concrete maatregelen getroffen, en worden maatstaven voor het meten van de resultaten vastgelegd. (bottom-up)
Hoe beslist een bedrijf wat de critical succes factors zijn?
De evaluatie van bedrijfsdoelen begint bij de beslissing over welke CSF’s ervoor in ogenschouw genomen moeten worden. Dit is echter geen gemakkelijke taak. Om leidinggevenden op weg te helpen, stelden Rockart en de onderzoekster Christine V. Bullen een lijst op van vijf soorten factoren:
- Factoren gelinkt aan de sector: elke sector heeft een aantal vaste CSF’s, die samenhangen met specifieke sectorgebonden activiteiten. De horeca zal daarom niet dezelfde CSF’s hanteren als de uitgeverijbranche.
- Factoren gelinkt aan de concurrentiestrategie en het bedrijfsprofiel: elke organisatie heeft een uniek bedrijfskarakter. De CSF’s zullen er daarom niet hetzelfde uitzien bij een multinational als bij een start-up. Ook de mate van internationalisering is interessant om mee te nemen bij het opstellen van de critical success factors. Een factor kan namelijk in bepaalde landen belangrijker of juist minder essentieel zijn.
- Omgevingsfactoren: over bepaalde factoren heeft een bedrijf eigenlijk weinig of geen controle. Dit gaat dan voornamelijk over de invloed vanuit de politiek of (nationale) economie. Deze factoren zijn belangrijk om in acht te nemen, maar mogen niet te streng worden geïnterpreteerd. Een wet of economische situatie kan namelijk erg snel veranderen. Op dit moment zijn er bijvoorbeeld veel bedrijven in het Verenigd Koninkrijk, of die zakendoen met Britse partners, met kopzorgen omtrent de veranderingen die de Brexit met zich zal meebrengen.
- Tijdsgebonden factoren: factoren die gelden binnen een bepaalde periode, bijvoorbeeld voor een project. Deze geven geen volledig inzicht in de algemene bedrijfsperformance.
- Factoren gelinkt aan de functie binnen het bedrijf: elke functie binnen een bedrijf heeft andere doelstellingen. De CSF’s op dit niveau zullen dus ook anders liggen voor de verschillende functies en afdelingen. Een marketingdirecteur hoeft bijvoorbeeld niet precies dezelfde factoren in acht te nemen als een productiedirecteur.
Afgezien van deze 5 soorten factoren zijn er nog andere. De belangrijkste twee om nog te vermelden zijn de verschillen tussen interne of externe factoren en Monitoring- of Building-adapting. Een interne factor is bijvoorbeeld de vergelijking tussen het voorziene budget, en de daadwerkelijke kosten. Externe factoren staan iets verder weg van de werkvloer, zoals het succes dat het bedrijf al dan niet op de beurs heeft. Bij monitoring versus building gaat het om het verschil tussen het onderzoek naar de huidige situatie (monitoring), en naar hoe het bedrijf in de toekomst (nog) betere resultaten kan boeken (building).
Wat is het exacte verschil met Key Performance Indicators?
De termen Critical Sucess Factors (CSF’s) en Key Performance Indicators (KPI’s) worden vaak verward. Dit komt voornamelijk omdat de Nederlandstalig namen, respectievelijk kritische succesfactoren en kritische prestatie-indicatoren, zo gelijkaardig zijn. Bovendien zijn de termen ook nauw verwant. Toch is het belangrijk de verschillen tussen beide te begrijpen. CFS’ zijn de kritieke punten van een bedrijf, terwijl de KPI’s de echte meetinstrumenten zijn. Aan de hand van de KPI’s kan er aan Corporate Performance Management (CPM) gedaan worden. CFS’s gebruiken dus KPI’s om te evalueren wat er goed gaat binnen het bedrijf, en waar er verbetering mogelijk is.