WhatsApp Facebook Twitter LinkedIn Mail

Low code

Inhoudsopgave:

  1. Definitie van low-code
  2. Low-code bij organisaties
  3. Low code versus no code
  4. Low code versus traditionele software
  5. Wat zijn de plus- en minpunten van low code?

Wat is low code?

Software-ontwikkeling op basis van low code houdt in dat er zo weinig mogelijk traditioneel geprogrammeerd wordt bij het maken van applicaties. In plaats daarvan wordt er gebruik gemaakt van een grafische ontwerpomgeving en drag-and-drop. Applicaties schrijven met behulp van low code komt neer op het aan elkaar puzzelen van modules, blokken voorgeschreven code. Voor de ontwikkeling van low-code-applicaties wordt gebruik gemaakt van specifieke platformen (LCAP, Low-Code application platform), zoals OutSystems, Mendix en Microsoft PowerApps.

Tegen 2024 zal driekwart van de grote ondernemingen minstens vier low-code-ontwikkeltools gebruiken voor de creatie van IT-applicaties voor zakelijk en persoonlijk gebruik. De ontwikkeling van low-code-applicaties zal dan tellen voor meer dan 65% van de totale hoeveelheid ontwikkelde applicaties. (Gartner, Magic Quadrant for Enterprise Low-Code Applications, augustus 2019; eigen vertaling)

De meeste platformen voor low code zijn gemaakt voor de creatie van algemene applicaties, zoals een module voor data-analyse. Deze modules kunnen gebundeld worden om tot een volwaardig softwarepakket te komen, zoals een ERP-, CRM– of BPM-systeem. Daarnaast bestaan er ook platformen voor de ontwikkeling van niche-applicaties, bijvoorbeeld applicaties voor mobiel betalen.

Wist je dat? De term low code werd voor het eerst gebruikt in een rapport uit 2014. Het waren de Forrester-analisten Clay Richardson en John Rymer die de term gebruikten om te refereren aan de implementatie van applicaties die de noodzaak om code te schrijven drastisch verminderde. Ze noemden hierbij al het gebruik van platformen, die visueel ingesteld waren, en zich in grote mate baseerden op drag & drop.

Hoe wordt low code ingezet in bedrijven?

Gebruikers merken er in principe niet veel van of een aangeschafte applicatie geschreven is in traditionele code, op basis van low code of zelfs no code. Op technisch gebied is er wel een verschil. En dat kan gevolgen hebben voor de manier waarop er met data wordt omgegaan.

De data die een low-code-applicatie vergaart, worden opgeslagen via een Common Data Service (CDS). Dit is een dienst voor het opslaan van data, vergelijkbaar met een databasesysteem. Een CDS brengt de data van één of meerdere databases samen en ordent ze in het gewenste formaat. Anders dan bij een traditioneel databasesysteem, hoef je niets van SQL of andere programmeertalen af te weten om een CDS op te zetten en te beheren. Microsoft heeft bijvoorbeeld een CDS, bekend als Microsoft Power Platform. Alle data die de Microsoft-applicaties vergaren, zoals Power BI, worden door dit platform bewaard en beheerd.

In de meeste gevallen blijven platformen voor low code in de cloud van de leverancier staan. Er wordt dan betaald voor het gebruik ervan (Software as a Service). Er zijn ook enkele leveranciers die on-premise-installaties doen, of die het systeem in een privé-cloud bij het bedrijf zelf inrichten.

Let op: de cloud is populair, maar dat betekent niet dat elk bedrijf zijn gehele IT-infrastructuur zonder nadenken zomaar in de cloud moet zetten. In de ERP Wijzer staan de belangrijkste valkuilen bij software-implementaties in de cloud.

Wat is het verschil tussen low code en no code?

Low code blijft verder ontwikkeld worden, en die evolutie heeft geleid tot de creatie van platformen voor no-code-applicaties. Hierbij wordt helemaal geen code meer gebruikt. No code komt dus wel voort uit low code, maar is niet hetzelfde.

Bij low code wordt er namelijk nog wel iets geprogrammeerd aan de hand van code. Het idee is om zoveel mogelijk elementen van de applicatie uit vaste modules (blokken) te laten bestaan, zodat programmeurs zich kunnen concentreren op het kleine percentage nieuwe code. Hierdoor zijn de ontwikkelde applicaties flexibeler, en kunnen ze complexere taken aan, en zijn ze meer gepersonaliseerd dan no-code-applicaties.

No-code-applicaties kunnen ingericht worden door gebruikers zonder enige kennis van programmeren. Er komt namelijk helemaal geen code meer bij kijken. Denk hierbij aan het bouwen van een mobiele applicatie door het selecteren van de modules. Wil je bijvoorbeeld een applicatie voor het bezorgen van eten? Dan zal je onder andere de modules voor navigatie, bestellen, menukaarten en elektronische betaling moeten selecteren.

De volgende tabel geeft een overzicht van de grootste verschillen tussen low code en no code:

  Low code No code
Profiel van de applicatie-ontwikkelaars Software-ontwikkelaars Niet-technische gebruikers
Hoofdeigenschap Snelle ontwikkeling Eenvoudig in gebruik
Doelstelling Creatie van een nieuwe generatie tools om ontwikkelaars te helpen snel applicaties te bouwen. Creatie van applicaties voor selfservice, die gebruikt zullen worden door medewerkers in een bedrijf
Benodigde code Weinig Geen
Personaliseringsgraad Gemiddeld: het aanpassingsvermogen hangt af van het gebruikte platform (LCAP) Laag: slechts enkele elementen kunnen aangepast worden (bijvoorbeeld templates)
Afhankelijkheid van de leverancier Laag: eenvoudig om van platform te veranderen Hoog: vaak wordt een bedrijf verplicht bij hetzelfde platform te blijven
Complexiteit van de applicaties Er kunnen applicaties gecreëerd worden die gemiddeld tot erg complex zijn. Er kunnen eenvoudige applicaties gecreëerd worden.

Low code of toch traditionele softwareontwikkeling?

Low code wint steeds meer terrein in softwareland. De ontwikkelmethode is geschikt voor applicaties van gemiddelde tot hoge complexiteit. Het nadeel is echter dat de weinige coding nog steeds minder flexibiliteit geeft dan een traditioneel ontwikkelde software-applicatie.

Bij traditionele software-ontwikkeling kunnen applicaties nauwkeuriger worden toegespitst op bedrijfsprocessen. Er kunnen bedrijfsspecifieke ontwikkelingen of aanpassingen worden uitgevoerd. Als de broncode bovendien wordt vrijgegeven (open source), kan het bedrijf deze ontwikkelingen of aanpassingen ook zelf doen.

personalisatie low code no code traditioneel

Low-code-applicaties en traditionele software zijn compatibel. Veel bedrijven combineren deze twee voor een vlot verloop van de bedrijfsprocessen. Het is echter wel belangrijk op voorhand goed te informeren naar de compatibiliteit van de specifieke applicaties, en de aard van de koppeling (bijvoorbeeld een echte integratie of door gebruik van een API).

Er bestaan ook leveranciers die oplossingen aanbieden die al een combinatie zijn van traditionele software en low-code. Het voordeel hiervan is dat het om totaalpakketten gaat, die ontwikkeld zijn met het oog op een geïntegreerd systeem. Dit vermijdt het compatibiliteitsvraagstuk.

Wat zijn de voor- en nadelen van low code?

Zoals elke ontwikkelingsvorm heeft ook low code voor- en nadelen. Enkele hiervan zijn reeds vermeld. Hier nog eens alles op een rijtje:

Voordelen

  • De ontwikkelaar heeft geen brede programmeerkennis nodig. De meeste modules zijn vooraf al opgebouwd, en kunnen gewoon geselecteerd worden. Daarna gaat het alleen nog over een kleine configuratie naargelang de bedrijfsprocessen.
  • De applicaties kunnen snel in gebruik genomen worden. De meeste applicaties die gemaakt worden met low code zijn operationeel in uren, dagen of weken. Af en toe kan het eens een maand duren, maar het verschil met traditionele software is groot. Bij deze laatste duurt het vaak maanden voordat een bedrijf er mee aan de slag kan.
  • Low-code-applicaties werken op verschillende besturingssystemen. De meeste modules zijn geschreven voor gebruik op de meest voorkomende besturingssystemen, zoals Windows, macOS, Android en iOS. Traditionele software daarentegen is vaak specifiek gemaakt voor één bestuurssysteem.
  • Low code heeft een klein tot gemiddeld kostenplaatje. Normaal gesproken hangt de prijs van een low-code-platform af van de hoeveelheid gebruikers. Echter, niet elk platform biedt evenveel modules aan, en er is een verschil tussen de complexiteit van de modules. Vandaar dat er LCAP’s bestaan die €8/gebruiker/maand kosten, maar er bestaan ook platformen van €150/gebruiker/maand. Sommige platformen bieden ook verschillende prijsniveaus aan, die afhangen van de hoeveelheid modules die een bedrijf wil gebruiken. Andere hebben weer een vaste prijs voor een ongelimiteerd aantal gebruikers. Deze prijs is dan vaak wel hoger, en alleen voordelig voor bedrijven met een groot aantal gebruikers.

Nadelen

  • De modules zijn beperkt aanpasbaar aan de individuele wensen en eisen van een bedrijf. Vandaar dat ondernemingen vaak hun werkwijzes moeten aanpassen, om met de modules te kunnen werken. Het kan de moeite lonen om werkwijzen te herevalueren, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat er geforceerd bedrijfsprocessen worden aangepast aan de softwaremodules.
  • De technische specificaties en broncode van de module zijn onbekend. Hierdoor verliest een bedrijf in bepaalde mate de controle over het beheer van de applicatie. Dit gebeurt in principe ook bij een propriëtaire software-oplossing, waarbij alleen de leverancier aanpassingen kan doen aan de software. Zeker bij SaaS-oplossingen worden er vaak weinig technische details gedeeld met de organisaties die van de software gebruik maken. De leverancier staat namelijk in voor alle onderhoud en ontwikkeling. In dit opzicht zijn propriëtaire software en low-code-applicaties dus vergelijkbaar. Toch is er bij propriëtaire software vaker dan bij low code bereidheid om technische informatie te delen. Zo geven sommige leveranciers toch de technische tools om bijvoorbeeld zelf integraties met andere software op te zetten.
  • Het onderhoud, de ontwikkeling en updates zijn volledig in handen van de leverancier. De leverancier kan veranderingen aanbrengen aan de modules wanneer hij wil. Hier hebben klanten zo goed als niets over te zeggen. Deels gebeurt dit ook bij traditionele software in de cloud, maar vaak kan er onderhandeld worden met de leverancier. Deze onderhandelingen kunnen bijvoorbeeld gaan over het tijdstip van bugfixes, of over verplichte of optionele updates. Dit soort afspraken staan normaal opgetekend in de Service Level Agreement (SLA).
Opmerking: veel organisaties die zich beginnen te oriënteren op bedrijfssoftware, zien na een tijdje door de bomen het bos niet meer. Projectleiders die zich graag telefonisch laten adviseren, kunnen contact opnemen met ICT Portal: +31 (0)20 369 0457.

Dit artikel als bron gebruiken? Klik en kopieer:

European Knowledge Center for Information Technology. (2021, 19 oktober). Low code. ICT Portal. https://www.ictportal.nl/ict-lexicon/low-code